Voorschotten op sociale uitkeringen
Versie nr.: 01
Online sinds: 07-04-2008
Laatste wijziging: 18-04-2008
Printklare versie: VF_voorschotten_op_sociale_uitkeringen__Nl_.pdf
Deze fiche maakt deel uit van een verzameling fiches die voor iedereen toegankelijk is via de website www.ocmw-info-cpas.be.
Al deze fiches geven antwoord op belangrijke vragen over de steun en bijstand van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn).
Indien u het antwoord op uw vraag niet zou vinden in één van deze fiches of indien u een zeer precieze vraag hebt over een welbepaalde steun of bijstand, aarzel dan niet van contact op te nemen met het OCMW van de gemeente waar u woont.
Onder de titel van elke fiche vindt u een kadertje met de datum van de fiche en de datum van de laatste aanpassing. Vergeet niet van deze even te bekijken zodat u zeker bent dat de fiche die u gebruikt nog niet verouderd is.
De informatie die hier wordt aangeboden is geen wettige basis om rechten te doen gelden. Daarvoor verwijzen we naar wetteksten en reglementen.
Een sociale uitkering is een som geld die u in het kader van de sociale zekerheid wordt toegekend en die een staat van behoefte moet dekken.
Er zijn 2 soorten sociale uitkeringen:
inkomensvervangende sociale uitkeringen: zij vervangen het maandloon dat u niet heeft of niet meer heeft omdat u bijvoorbeeld:
inkomensaanvullende sociale uitkeringen: zij dienen als aanvulling op uw maandloon omdat u bijvoorbeeld:
Opgelet! Voor elke sociale uitkering moet u voldoen aan bepaalde voorwaarden om er recht op te hebben. Voor meer informatie over deze voorwaarden gaat u naar de instelling die bevoegd is om u de sociale uitkering in kwestie te verlenen. (Zie rubriek 12 “Bijlage: lijst met de belangrijkste instellingen die bevoegd zijn voor sociale uitkeringen”)
Indien u een aanvraag indient voor een sociale uitkering waarop u recht hebt (zie rubriek 2 “Wat is een sociale uitkering?”), kan de behandeling van deze aanvraag veel tijd in beslag nemen. U zult dus niet meteen het bedrag ontvangen dat u verschuldigd is.
Het OCMW kan u een voorschot verlenen terwijl de bevoegde instelling die uw aanvraag voor een sociale uitkering behandelt, over uw dossier beslist. Op die manier kunt u dankzij de voorlopige financiële hulp van het OCMW voorzien in uw behoeften, zonder de gevolgen te moeten ondergaan van een te lange behandelingstermijn van uw aanvraag voor een sociale uitkering.
Kortom, een voorschot op een sociale uitkering is een lening die het OCMW u geeft totdat de instelling die bevoegd is om u een sociale uitkering toe te kennen, het bedrag betaalt, waarop u recht hebt. (Zie rubriek 12 “Bijlage: lijst met de belangrijkste instellingen die bevoegd zijn voor sociale uitkeringen”)
In principe kent het OCMW u een voorschot op sociale uitkeringen toe indien u voldoet aan 2 voorwaarden.
De bedoeling van een voorschot op sociale uitkeringen van het OCMW is dat u kunt voorzien in uw behoeften indien de behandeling van uw aanvraag voor een sociale uitkering door de bevoegde instelling te veel tijd in beslag neemt. Om aanspraak te kunnen maken op een voorschot op sociale uitkeringen van het OCMW, moet u dus behoeftig zijn. (Zie rubriek 3 “Wat is een voorschot op sociale uitkeringen?”)
Het is de taak van het OCMW om te beoordelen of u behoeftig bent. Daartoe voert het centrum een sociaal onderzoek uit naar onder meer uw financiële, sociale en medische situatie. (Zie fiche “procedure voor een steunaanvraag: stap 5 – het sociaal onderzoek”).
In principe zal het OCMW vinden dat u behoeftig bent indien u minstens één van de volgende zaken niet kunt doen:
Om een voorschot op sociale uitkeringen van het OCMW te krijgen, moet u in principe recht hebben op een sociale uitkering.
Het OCMW gaat samen met u na of dit het geval is en zal u helpen met de indiening van uw aanvraag voor een sociale uitkering bij de bevoegde instelling ofwel houdt het u op de hoogte van de voortgang van uw dossier bij de behandelende instelling.
In principe moet u de aanvraag indienen bij het OCMW van uw hoofdverblijfplaats, zijnde het OCMW van de gemeente waar u woont.
In principe niet. Het OCMW vordert zelf het bedrag dat u werd voorgeschoten, terug bij de bevoegde instelling die u de sociale uitkering waarop u recht hebt, verschuldigd is. In principe betaalt de bevoegde instelling het geld dus rechtstreeks terug aan het OCMW en niet aan u. (Zie rubriek 7 ‘Wat gebeurt er indien de instelling die bevoegd is om mij een sociale uitkering toe te kennen, mij toch betaalt hoewel het OCMW mij een voorschot heeft verleend?” en rubriek 12 “Bijlage: lijst met de belangrijkste instellingen die bevoegd zijn voor sociale uitkeringen”)
In dat geval zal de bevoegde instelling het bedrag van de sociale uitkering opnieuw moeten betalen aan het OCMW zodat het de som die het u heeft voorgeschoten, terugkrijgt. (Zie rubriek 6 “Moet ik het voorschot zelf terugbetalen aan het OCMW?”)
U ontvangt dus 2 keer het bedrag van de sociale uitkering (de eerste keer in de vorm van een voorschot van het OCMW en de tweede keer van de bevoegde instelling). De bevoegde instelling zal het bedrag dat u te veel werd gestort, terugeisen. U mag het niet behouden.
Opgelet! Indien u 2 keer het bedrag van de sociale uitkering hebt ontvangen, zult u in enkele specifieke gevallen de som die u te veel werd gestort, moeten terugbetalen aan het OCMW en niet aan de bevoegde instelling.
Het OCMW zal de 100 € die het u heeft voorgeschoten, rechtstreeks terugvorderen bij de bevoegde instelling, zoals we hoger reeds hebben besproken (zie rubrieken 6 en 7). De bevoegde instelling zal de resterende 35 euro rechtstreeks aan u betalen.
In principe niet. Het OCMW kan eisen van de instelling die bevoegd is om u een sociale uitkering toe te kennen, om rechtstreeks aan het centrum te betalen en niet aan u. Het OCMW heeft uw instemming daarvoor niet nodig. Het is daartoe gemachtigd door de wet.
In de praktijk zal het OCMW u echter vaak uit voorzorg vragen om een document met als titel “overdracht van schuldvordering” te ondertekenen. Dit document maakt het het OCMW gemakkelijker om de som die het u heeft voorgeschoten, terug te vorderen bij de bevoegde instelling.
Neen. Sinds 1 oktober 2005 is het OCMW niet meer bevoegd om u dit voorschot te verlenen. Daarvoor moet u zich richten tot de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO). Voor meer informatie kunt u steeds telefoneren naar het gratis nummer: 0800/12302.
Indien u het antwoord op uw vraag niet zou vinden in één van deze fiches op de website www.ocmw-info-CPAS.be , of indien u een zeer precieze vraag hebt over een welbepaalde steun of bijstand, aarzel dan niet van contact op te nemen met het OCMW van de gemeente waar u woont. (Zie fiche “Adressen en openingsuren van de 19 OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”).
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW)
Trierstraat 70
1000 Brussel
Telefoon: 02/237.21.11
Openingsuren: van maandag tot vrijdag, van 8u tot 17u
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)
Keizerslaan 7
1000 Brussel
Telefoon: 02/515.41.11
Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) of je vakbond
Plantenstraat 69
Telefoon: 02/209.13.13
Openingsuren: maandag, van 8u tot 12u en van 13u tot 15u30
van dinsdag tot vrijdag, van 8u tot 12u
Rijksdienst voor Pensioen (RVP)
Zuidertoren
1060 Brussel
Telefoon: 02/529.30.02
Openingsuren: van maandag tot en met vrijdag, van 9u tot 11u30 en van 13u30 tot 16u
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV)
Tervurenlaan 211
1150 Brussel
Telefoon: 02/739.71.11
Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) of je ziekenfonds
Troonstraat 30B
1000 Brussel
Telefoon: 02/229.34.80
Openingsuren: maandag en woensdag, van 8u30 tot 12u en van 13u30 tot 16u
dinsdag en vrijdag, van 8u30 tot 12u