Gesubsidieerde tewerkstelling via het OCMW: Algemeenheden

Versie nr.: 01
Online sinds: 11-11-2006
Laatste wijziging: 06-12-2011
Printklare versie: TF_gesubsidieerde_tewerkstelling_(Nl)_5.pdf

  1. Gebruiksaanwijzing en afkortingen
  2. Context
  3. Wat is gesubsidieerde tewerkstelling (GT) via het OCMW?
    1. principe
    2. 2 vormen
  4. Wie kan aanspraak maken op OCMW-bijstand in de vorm van gesubsidieerde tewerkstelling?
  5. De specifiek vrijgestelde bestaansmiddelen in het kader van SPI
  6. Artikel 60, § 7, OW: wat is dat?
  7. Financiële tegemoetkoming: wat is dat?
  8. Welk OCMW is territoriaal bevoegd?
  9. Het aangesproken OCMW is territoriaal niet bevoegd: wat moet er gebeuren?
  10. Het aangesproken OCMW is territoriaal bevoegd: wat moet er gebeuren?
  11. Wat als de werknemer naar een andere gemeente verhuist?
  12. De subsidie van de federale overheid
  13. Bijzonderheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
  14. Veelgestelde Vragen
  15. Wettelijke basis
  16. Voetnoten
  17. Andere nuttige links
  18. Andere nuttige fiches in verband met het onderwerp

1. Gebruiksaanwijzing en afkortingen

De Technische Fiches zijn bedoeld om de terreindeskundigen een praktische, duidelijke en geactualiseerde informatie te verschaffen over de verschillende vormen van steun en diensten aangeboden door de OCMW’s. Iedere fiche probeert exhaustief te zijn, maar in geval van twijfel is het aangeraden andere bronnen te raadplegen.

Alle Technische Fiches staan ter beschikking op de website www.ocmw-info-cpas.be.

Om de verschillende vormen van steun, die zijn opgenomen in de fiches, te kennen, kan u informatie opzoeken zowel via een inventaris als via een alfabetische trefwoordenlijst.

We vestigen de aandacht van de lezer er op dat het belangrijk is de datum van de laatste actualisering van de fiche na te gaan (zie datum onder de titel van de fiche).

Elke fiche hanteert in het algemeen dezelfde structuur. Na een beschrijving van de context, gaat de fiche verder met het geven van een antwoord op de vragen wat is het?, wie is er rechthebbende? en welk OCMW is er bevoegd?. Vervolgens worden de toepassingsmanieren behandeld, met name in het onderdeel wat moet het bevoegde OCMW doen om de steun toe te kennen? Voor elke vorm van steun wordt er ook een onderdeel besteed aan de staatssubsidie.

Naast iedere technische fiche die een bepaalde vorm van steun behandelt, bestaat er in principe ook een gebruiksvriendelijke fiche.

Deze gebruiksvriendelijke fiche geeft een antwoord op de concrete vragen van gebruikers en is opgesteld in de vorm van “Veelgestelde Vragen”.

We raden deskundigen dan ook aan van de gebruiksvriendelijke fiches te raadplegen. Deze behandelen immers dezelfde onderwerpen als de technische fiches, maar dan vanuit het standpunt van de steunaanvrager. Deze gebruiksvriendelijke fiches kunnen ook dienen als informatiedocument voor het grote publiek.

De informatie die hier wordt aangeboden is geen wettige basis om rechten te doen gelden. Daarvoor verwijzen we naar wetteksten en reglementen.

Afkortingen die in deze fiche worden gebruikt:

De ingekaderde tekst wil de aandacht vestigen op belangrijke bepalingen.

up

2. Context

Op het vlak van de maatschappelijke bijstand dateert de verwijzing naar werk en tewerkstelling niet van gisteren.

Ten tijde van de Commissies voor Openbare Onderstand (COO, de voorlopers van de OCMW's) was de bijstand aan begunstigden "voorwaardelijk en tijdelijk". Zo kregen de armen die in staat waren om te werken, bij voorkeur hulp in de vorm van loon door te werken.(1)

Onder de wet op het bestaansminimum van 1974 was de toekenning van het bestaansminimum verbonden aan de voorwaarde dat de persoon bereid moest zijn om te werken.

De organieke OCMW-wet van 1976 gaf de OCMW's de mogelijkheid om rechtstreeks als werkgever op te treden, teneinde de personen de kans te bieden om voldoende werkdagen hebben om recht te krijgen op werkloosheidsuitkeringen. (2)

De RMI-wet van 2002 heeft die taak van socio-professionele inschakeling van het OCMW bevestigd en versterkt. Deze wet geeft immers een nieuwe inhoud aan het recht op maatschappelijke integratie, die verdergaat dan het recht op een leefloon (het vroegere bestaansminimum). De RMI-wet geeft de OCMW's de taak ernaar te streven dat iedereen deelneemt aan de samenleving, waarbij de voorrang uitgaat naar bijstand die de toegang tot bezoldigd werk bevordert. Zo wordt het OCMW aangemoedigd om bepaalde programma's te gebruiken om mensen terug aan het werk te zetten (3) zodat zij een plaats op de arbeidsmarkt verwerven.

Zo is men in de loop van de geschiedenis overgegaan van bijstand in ruil voor werk naar bijstand in de vorm van beroepservaring via gesubsidieerde tewerkstelling.

Deze fiche is gewijd aan de gesubsidieerde tewerkstellingsmaatregelen waarvan het OCMW gebruik kan maken om een persoon de kans te bieden beroepservaring op te doen.

Tewerkstelling is vaak het einde van een proces van sociale inschakeling dat binnen het OCMW afgelegd wordt.

Deze fiche gaat niet in op:

up

3. Wat is gesubsidieerde tewerkstelling (GT) via het OCMW?

a) Principe

Gesubsidieerde tewerkstelling is een vorm van OCMW-bijstand die de persoon in staat moet stellen om:

We dienen de via het OCMW gesubsidieerde tewerkstelling te onderscheiden van:

b) 2 vormen

Er bestaan 2 vormen van gesubsidieerde tewerkstelling: artikel 60, §7 OW en een financiële tegemoetkoming voor werkgevers.

i) Artikel 60, §7 OW

Dit artikel biedt het OCMW de mogelijkheid om iemand aan te werven teneinde die persoon in staat te stellen voldoende werkdagen te verwervenen om recht te krijgen op werkloosheidsuitkeringen. Het werk dat de betrokkene in het kader van zijn arbeidsovereenkomst verricht, zal plaatshebben in het OCMW (art. 60 §7 "intern") of bij een derde via terbeschikkingstelling (art. 60, §7 "extern").

ii) Financiële tegemoetkoming

Deze tegemoetkoming is een systeem van subsidiëring voor private of overheids-werkgevers in ruil voor de aanwerving van een gebruiker. Dit systeem is bestemd om een deel van de loonkost te dekken en is verbonden met een systeem van verlaging van de socialezekerheidsbijdragen van de werkgever. Er zijn 4 soorten financiële tegemoetkoming: doorstromingsprogramma (DP), Activa-plan, SINE en invoeginterim.

De aanwerving van een persoon in het kader van de GT-maatregelen gebeurt steeds met inachtneming van het arbeidsrecht en de wetgeving op de arbeidsovereenkomst en de bescherming van de bezoldiging.

Zie ook hierna, de rubrieken “Artikel 60, §7 OW, wat is dat?” en “Financiële tegemoetkoming, wat is dat?”.

up

4. Wie kan aanspraak maken op OCMW-bijstand in de vorm van gesubsidieerde tewerkstelling?

De doelgroep van door de federale overheid gesubsidieerde tewerkstelling bestaat uit 2 categorieën van OCMW-begunstigden:

Om aanspraak te kunnen maken op OCMW-bijstand in de vorm van gesubsidieerde tewerkstelling zal de persoon dus moeten voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van het RMI (zie fiche "Recht op maatschappelijke integratie (RMI)") of een ELL (zie fiche "Financiële maatschappelijke steun equivalent aan het leefloon").

Hoewel de wettelijke definitie alle rechthebbenden op maatschappelijke integratie en op financiële maatschappelijke bijstand beoogt, spreekt het voor zich dat niet iedereen een gesubsidieerde betrekking aangeboden zal krijgen.

Het gaat echter in geen geval om een willekeurige keuze maar wel een beredeneerde keuze op basis van 2 scharnierelementen inzake OCMW: "maatschappelijk werk" en "maatschappelijke integratie".

“Maatschappelijk werk" (4) houdt in dat de persoon enerzijds een proces van verandering doormaakt met het oog op de curatieve en preventieve oplossing van de moeilijkheden die hem ertoe gebracht hebben de tussenkomst van het OCMW te vragen en anderzijds een proces van sociale autonomisering.

“Maatschappelijke integratie" (5) houdt in dat de persoon tot een project toetreedt dat hem helpt om zijn plaats in de "maatschappij" te vinden. Daartoe zal de persoon – terwijl hij een vervangingsinkomen geniet – aangespoord worden om een inschakelingstraject uit te stippelen en in de praktijk om te zetten (een reeks specifieke acties vastgelegd in een GPMI) en zich via werk te integreren in de samenleving.

Die twee elementen zijn intrinsiek verbonden en geven "zin" aan de oriëntatie van een "rechthebbende" naar de arbeidsmarkt en dus naar gesubsidieerde tewerkstelling.

Zin geven aan dit soort oriëntatie is zich ervan vergewissen dat de betrokkene zijn sociale problemen opgelost heeft alvorens naar acties geleid te worden die hem een plaats op de arbeidsmarkt bieden. Zin geven aan dit soort oriëntatie is ook zich ervan vergewissen dat de persoon er zich van bewust is en gemobiliseerd is in een rationeel project dat hem in staat stelt een duurzame plaats te verwerven in de samenleving en op de arbeidsmarkt.

up

5. Specifiek vrijgestelde bestaansmiddelen in het kader van de SPI

Zoals hierboven reeds uitgelegd werd, moet de betrokkene om OCMW-bijstand in de vorm van gesubsidieerde tewerkstelling te kunnen genieten, voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van het leefloon of een equivalent leefloon. Eén van die voorwaarden heeft te maken met het gebrek aan bestaansmiddelen van de betrokkene.

Om de socio-professionele inschakeling van leefloners te bevorderen voorziet de RMI-wet dat bepaalde bestaansmiddelen specifiek vrijgesteld moeten worden in het kader van de door het OCMW verrichte berekening van de bestaansmiddelen. (6)

Artikel 35 van het KB RMI voorziet in 3 soorten vrijstelling:

a) Algemene socioprofessionele vrijstelling:

Met het oog op de bevordering van de socioprofessionele inschakeling van de begunstigde van het leefloon die begint te werken of die een beroepsopleiding aanvat of voortzet, worden de netto-inkomsten die daaruit voortvloeien in aanmerking genomen, verminderd met een bedrag van 225,44 euro per maand (bedrag op 1 mei 2011) waarbij men begint te rekenen vanaf de eerste dag waarvoor hij de vrijstelling geniet en die drie jaar later afloopt.

b) Publiek met artistieke activiteiten:

Wanneer de inkomsten afkomstig zijn van een artistieke activiteit met onregelmatige prestaties, is het vrijgestelde bedrag 2.705,22 euro per jaar (bedrag op 1 mei 2011).

In dat geval begint de berekening van de periode van vrijstelling van drie jaar op de eerste dag waarop de persoon een inkomen heeft dat voortvloeit uit zijn artistieke activiteit.

Definitie van de artistieke activiteit: de creatie en interpretatie van artistieke werken, met name in het domein van de audiovisuele en plastische kunst, muziek, litteratuur, toneel, scenografie en choreografie (niet exhaustieve opsomming).

c) Studenten met voltijds leerplan:

Om begunstigden van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie met het oog op studies met voltijds leerplan de kans te bieden beroepservaring op te doen en om hun autonomie te stimuleren, worden de netto-inkomsten uit tewerkstelling in aanmerking genomen, verminderd met een bedrag van:

Deze aftrek is van toepassing gedurende de periode waarvoor een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie afgesloten wordt.

d) Specifieke modaliteiten:

De betrokkene kan het OCMW vragen de toepassing van deze beschikkingen uit te stellen.

up

6. Artikel 60 §7 OW, wat is dat?

Artikel 60 §7 OW biedt het OCMW de mogelijkheid om iemand aan te werven teneinde deze persoon de kans te bieden het recht op werkloosheidsuitkeringen te openen en/of beroepservaring te verwerven.

De arbeidsovereenkomst wordt uitgevoerd binnen het OCMW (artikel 60 §7 Intern) of bij een derde (artikel 60 §7 Extern).

Deze aanwerving geniet een maandelijkse subsidie van 1.026,91 euro (bedrag op 1 september 2011) van de federale overheid en een totale vrijstelling van patronale bijdragen.

In het algemeen geniet dit soort aanwerving een specifieke omkadering vanwege de dienst SPI van het OCMW.

De aanwerving van een persoon op basis van artikel 60 §7 OW gebeurt steeds in naleving van het arbeidsrecht en de wetgeving op de arbeidsovereenkomst en de bescherming van de bezoldiging.

Alle informatie betreffende deze maatregel is beschikbaar in het document "Gesubsidieerde tewerkstelling in OCMW: Artikel 60 §7" van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB.

up

7. Financiële tegemoetkoming, wat is dat?

Er zijn 4 soorten financiële tegemoetkoming:

Het doorstromingsprogramma steunt banen die gecreëerd worden bij werkgevers die willen beantwoorden aan collectieve behoeften die niet of onvoldoende aan bod komen in het reguliere arbeidscircuit.

Het Activa-plan steunt de creatie van tewerkstelling bij verschillende soorten werkgevers zoals privé-ondernemingen, vzw's, lokale besturen, ...

De SINE steunt de creatie van jobs in de sector van de sociale economie.

De invoeginterim geeft toegang tot de wereld van de uitzendarbeid.

Iedere van deze 4 maatregelen heeft specifieke modaliteiten, duur en subsidiebedragen.

De aanwerving van een persoon in het kader van deze maatregelen gebeurt steeds in naleving van het arbeidsrecht en de wetgeving op de arbeidsovereenkomst en de bescherming van de bezoldiging.

Alle informatie betreffende deze 4 maatregelen is beschikbaar in het document "Gesubsidieerde tewerkstelling in OCMW: Financiële tegemoetkoming" van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB.

up

8. Welk OCMW is territoriaal bevoegd?

GT is één van de vormen die het RMI of de sociale bijstand kan aannemen. Het OCMW dat bevoegd is voor het RMI (zie fiche "Recht op maatschappelijke integratie (RMI)") of voor het equivalent leefloon (zie fiche "Financiële maatschappelijke steun equivalent aan het lefloon") is dus territoriaal bevoegd.

up

9. Het aangesproken OCMW is territoriaal niet bevoegd: wat moet er gebeuren?

GT is één van de vormen die het RMI of de sociale bijstand kan aannemen. Wat de territoriale onbevoegdheid betreft, gelden dus de regels die van toepassing zijn op het vlak van RMI of financiële sociale bijstand (zie fiche "Recht op maatschappelijke integratie (RMI) en fiche "Financiële maatschappelijke steun equivalent aan het leefloon").

up

10. Het aangesproken OCMW is territoriaal bevoegd: wat moet er gebeuren?

Zoals hiervoor reeds gepreciseerd werd, is tewerkstelling vaak het einde van een traject met het oog op sociale integratie binnen het OCMW.

Wij gaan hier niet in op de verschillende etappes die voorafgaan aan de oriëntatie van een persoon naar de arbeidsmarkt en dus naar de GT.

Wij vestigen daarentegen de aandacht op het belang van verschillende elementen in het kader van de begeleiding van een persoon in de afsluiting van een arbeidsovereenkomst:

a) Zich ervan vergewissen dat de sociale situatie van de betrokkene stabiel is

Rekening gehouden met het feit dat bijstand door middel van tewerkstelling één van de laatste vormen van OCMW-bijstand is, moet erover gewaakt worden dat de sociale situatie van de betrokkene zo stabiel mogelijk is. Als bepaalde aspecten vergeten worden, gebeurt het te vaak dat men terug naar af moet.

Tewerkstelling wordt altijd voorafgegaan door een sociaal onderzoek om na te gaan of de toetreding tot de arbeidsmarkt voor de betrokkene opportuun is.

b) Nagaan of de persoon in orde is met het ziekenfonds

Het leven is zo dat onvoorziene omstandigheden altijd mogelijk zijn. In geval van werkonbekwaamheid (ongeval, ziekte, zwangerschap, …) heeft de werknemer bepaalde rechten. Om hem de mogelijkheid te bieden daarvan te genieten moet men er echter zeker van zijn dat zijn ziekenfondsaansluiting in orde is.

c) De meest geschikte GT-maatregel kiezen

Iedere maatregel heeft een specifiek publiek en een specifieke werkcontext. De kwalificaties of verwachtingen van de betrokkene zijn elementen die evenveel tellen als de werkplaats en het werkkader.

Sinds enkele jaren is er een consensus over het feit dat de OCMW's geen "werklozenfabrieken" zijn. De persoon moet passen bij de job. Gesubsidieerde tewerkstelling is vaak een eerste stap naar de arbeidsmarkt. De baan moet zin hebben voor de betrokkene.

d) Rekening houden met specifieke vrijstellingen

Werkloosheidsvallen bestaan echt en iedereen kan tellen! Vrijstellingen zijn middelen om de inkomsten te verhogen van de personen die de sociale bijstand verlaten om toe te treden tot de arbeidsmarkt. Dat is een wettelijk recht.

Vóór iedere tewerkstelling moet het OCMW de persoon informeren en het recht op socioprofessionele vrijstelling toepassen.

e) Het administratief werk niet vergeten

Iedere maatregel heeft zijn administratief gedeelte. Ook al lijkt het vervelend, elk administratief document heeft zijn belang. Een document vergeten en de betrokkene ondervindt er de gevolgen van: een deel van het loon wordt niet uitbetaald, de werkgever verliest zijn recht op vrijstelling van patronale bijdragen, …

In ieder geval is het belangrijk dat alle partijen, ook de toekomstige werknemer, op de hoogte gesteld worden van de stappen die gezet moeten worden en voortgezet moeten worden om een baan te subsidiëren.

up

11. Wat als de betrokkene naar een andere gemeente verhuist?

Indien de betrokkene naar een andere gemeente verhuist terwijl het contract voor gesubsidieerde tewerkstelling nog loopt:

Artikel 60 §7 OW: het oorspronkelijke OCMW kan bevoegd blijven, tenzij het OCMW van de nieuwe woonplaats de arbeidsovereenkomst overneemt. Rekening houdend met het feit dat het oorspronkelijke OCMW zijn recht behoudt om de subsidie te recupereren ook al verhuist de gebruiker, behoudt het oorspronkelijke OCMW de arbeidsovereenkomst voor de oorspronkelijk voorziene duur. In geval van bijkomende bijstand is het uiteraard het OCMW van de woonplaats dat bevoegd is.

Financiële tussenkomst: het dossier wordt overgeheveld naar het OCMW van de gemeente van de nieuwe woonplaats.

Uitzondering: de invoeginterim: het oorspronkelijke OCMW blijft bevoegd gedurende de hele arbeidsovereenkomst.

up

12. Subsidie van de federale overheid

a) Artikel 60 §7 OW

Voor de aanwerving van een persoon door het OCMW op basis van artikel 60 §7 OW geeft de federale overheid een maandelijkse subsidie (7) van 1.026,91 euro (bedrag op 1 september 2011) en een totale vrijstelling van patronale bijdragen.

Als het om een deeltijdse betrekking gaat, bedraagt de subsidie 500 euro per maand gedurende de looptijd van het contract, die tot 6 maanden beperkt is.

Wanneer de door het OCMW aangeworven persoon een RMI-begunstigde is die jonger dan 25 jaar is, wordt de subsidie automatisch verhoogd met 25 %.

b) Financiële tussenkomst

Iedere van de vier maatregelen heeft bijzondere modaliteiten en een specifieke duur en bedragen.

Meer details daaromtrent vindt u in het document "Gesubsidieerde tewerkstelling in het OCMW: de financiële tussenkomsten" opgesteld door de Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB.

up

13. Bijzonderheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Er zijn geen bijzonderheden inzake gesubsidieerde tewerkstelling.

up

14. Veelgestelde vragen

Heeft iedereen die recht heeft op RMI en maatschappelijke bijstand, toegang tot gesubsidieerde tewerkstelling?

Volgens de wet kan iedereen die recht heeft op RMI of equivalent leefloon in theorie OCMW-bijstand in de vorm van gesubsidieerde tewerkstelling genieten. Toch volstaat het in aanmerking nemen van de wettelijke voorschriften niet om te beslissen over de toepassing van de maatregel. Het OCMW moet altijd nagaan wie de betrokkene is, welke zijn capaciteiten en zijn verwachtingen zijn. Momenteel is het aantal betrekkingen in de OCMW-sfeer doorgaans lager dan de vraag. Daarom is het des te belangrijker dat de betrokkenen een baan voorgesteld krijgen die overeenstemt met hun capaciteiten en verwachtingen. In dat opzicht is het aangeraden een socioprofessionele balans (SPB) op te stellen vóór de oriëntatie naar GT.

Vallen de gesubsidieerde betrekkingen onder de wet op de arbeidsovereenkomst?

Alle gesubsidieerde betrekkingen vallen onder de wet op de arbeidsovereenkomst. Het enige verschil tussen een gesubsidieerde en een "klassieke" job heeft betrekking op de financiering van het loon en de patronale socialezekerheidsbijdragen. De rechten en plichten van beide partijen vloeien voort uit de wetgeving op de arbeidsovereenkomst.

Kan men iemand die op basis van artikel 60 §7 OW aangeworven is, ontslaan?

Net zoals andere werkrelaties valt de aanwerving op basis van artikel 60 §7 OW onder de wet op de arbeidsovereenkomst. De bepalingen inzake ontslag zijn derhalve van toepassing op de contracten die afgesloten zijn op basis van artikel 60 §7 OW, alsook voor de andere vormen van gesubsidieerde tewerkstelling.

up

15. Wettelijke basis

a)    Wetten

Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, met name art. 2, 8, 9, 26, 37

Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s, met name art. 5 §4, 5 §4bis

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s (gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, art. 484 en 485), met name art. 57quater, 60 §7

KB van 11 juli 2002 KB tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden, het bedrag en de duur van de toelage, verstrekt aan OCMW’s, voor een deeltijdse tewerkstelling met toepassing van artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp (BS 31 juli 2002) en wijzigingen

KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden, het bedrag en de duur van de toelage, verstrekt aan OCMW’s, voor een deeltijdse tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp (BS 29 november 2002)

KB van 11 juli 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de OCMW’s voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie (BS 31 juli 2002)

KB van 14 november 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de OCMW’s voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp (BS 29 november 2002) en wijzigingen

KB van 4 september 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage verstrekt aan de OCMW’s met toepassing van art. 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die ter beschikking gesteld wordt van een privéonderneming (BS 2 oktober 2002)

KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage verstrekt aan de OCMW’s met toepassing van art. 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die ter beschikking gesteld wordt van een privéonderneming (BS 29 november 2002) en wijzigingen

KB van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's

KB van 9 juni 1997 tot wijziging van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in functie van de creatie van de doorstromingsprogramma's

KB van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (BS 31 juli 2002) en wijzigingen

KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (BS 29 november 2002) en wijzigingen

Art. 12 van het KB van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (BS 6 juni 2003)

KB van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan

KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan (BS 29 november 2002) en wijzigingen

Art. 9 van het KB van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (BS 6 juni 2003)

KB van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief (BS 31 juli 2002) en wijzigingen

KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld in een sociale inschakelingsinitiatief (BS 29 november 2002) en wijzigingen

Art. 14, §§ 2en 3 van het KB van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (BS 6 juni 2003)

KB van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in het kader van de invoeginterim (BS 31 juli 2002)

KB 14 november 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW voor een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp in het kader van de invoeginterim (BS 29 november 2002) en wijzigingen

Ar. 35 van het KB van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie (BS 31 juli 2002)

b)    Andere

Omz. van 1 mei 2011 – Aanpassing van de bedragen die tot de federale wetgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 mei 2011 (Inforum nr. 185733)

Omz. van 23 augustus 2011 - Verhoging van de basisbedragen bedoeld in art. 14, par. 1, van de wet 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, op 1 september 2011 (Inforum nr. 185733)

up

16. Voetnoten

(1) Artikel 68 van de wet van 10 maart 1925 tot regeling van de openbare onderstand.

(2) Oorspronkelijk moest het OCMW de persoon aanwerven om hem in zijn diensten te laten werken. Vanaf 1996 Hebben nieuwe versies van artikel 60, § 7 OW voor de OCMW's de mogelijkheid ingevoerd om een persoon aan te werven en ter beschikking te stellen van verschillende soorten derden (gemeente, vzw, ...).

(3) Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de programma's die het OCMW gebruikt en die welke gebruikt worden in het kader van wederinschakeling van werklozen.

(4) Rode draad van de tussenkomst van de sociaal assistenten en andere maatschappelijk werkers die in het OCMW actief zijn.

(5) Rode draad van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

(6) Artikel 35 van het KB RMI.

(7) Op voorwaarde dat de betrokkene ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingregister.

up

17. Andere nuttige links

up

18. Andere nuttige fiches in verband met het onderwerp

Document van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn "Gesubsidieerde tewerkstelling in het OCMW: Artikel 60, § 7". Dit document gaat in detail in op de toepassingsmodaliteiten van artikel 60 §7 OW. (momenteel enkel beschikbaar in het Frans op http://www.avcb-vsgb.be/documents/publications/emploi-cpas-article-60.pdf).

Document van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn "Gesubsidieerde tewerkstelling: Financiële tussenkomsten". Dit document gaat in detail in op de toepassingsmodaliteiten van de verschillende maatregelen voor financiële tussenkomst. (momenteel enkel beschikbaar in het Frans op http://www.avcb-vsgb.be/documents/publications/emploi-cpas-interventions-financieres.pdf).

Verslag van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn betreffende het gedeelte "Tewerkstelling" van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Evolutie 2000-2005. Dit verslag bevat de gegevens die de Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB tussen 2000 en 2005 optekende betreffende het gebruik van de verschillende tewerkstellingsmaatregelen door de 19 Brusselse OCMW's.

Methode: De socioprofessionele balans in het OCMW. Dit document biedt een eigen methode voor het OCMW op het vlak van de SPB.

Methode: Werktafel. Dit document beidt een methode voor het OCMW op het vlak van de organisatie van een werktafel.