Steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten en de bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof

Versie nr.: 01
Online sinds: 05-11-2006
Laatste wijziging: 30-03-2010
Printklare versie: TF_cultuur_(Nl)_6.pdf

  1. Gebruiksaanwijzing en afkortingen
  2. Context
  3. Waaruit bestaat de steun voor de deelname aan het culturele en maatschappelijke leven en aan sportactiviteiten?
  4. Wie heeft recht op de steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?
  5. Wat kan er bekostigd worden met de subsidie met betrekking tot steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?
    1. De deelname aan sociale, sportieve of culturele manifestaties
    2. De deelname aan sociale, culturele of sportieve verenigingen, met inbegrip van lidgeld en noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen
    3. Initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak
    4. Initiatieven die de toegang en de deelname bevorderen van de doelgroep aan nieuwe informatie- en communicatietechnologieën
    5. De toelage van maximum 100 euro per begunstigde voor de aankoop van een gerecycleerde computer via de hergebruikcentra
  6. Hoe kunnen activiteiten in het kader van steun voor de participatie aan het culturele en maatschappelijke leven en aan sportactiviteiten bekostigd worden?
    1. De deelname aan sociale, sportieve of culturele manifestaties en de deelname aan sociale, culturele en sportieve verenigingen, met inbegrip van lidgeld en noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen
    2. Initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak en initiatieven die de toegang en de deelname bevorderen van de doelgroep aan nieuwe informatie- en communicatietechnologieën
  7. Welk OCMW is territoriaal bevoegd?
  8. Het aangesproken OCMW is territoriaal niet bevoegd: wat moet er gebeuren?
  9. Het aangesproken OCMW is territoriaal bevoegd: wat moet er gebeuren?
    1. De identiteit van de aanvrager controleren
    2. Controleren of de aanvraag van toepassing is op culturele, sociale en sportieve activiteiten
    3. Een beslissing nemen
    4. Samenwerken met organisaties of andere OCMW’s
      1. Met een organisatie
      2. Met andere OCMW
    5. De nodige opvolging voorzien om de subsidie te kunnen ontvangen
  10. De subsidie van de Federale overheid
    1. Het bedrag van de subsidie
    2. Betalingsmodaliteiten van de subsidie en bijzondere projecten
      1. Inschrijving en voorschot
      2. Specifieke projecten
      3. Saldo van de subsidie
    3. Verantwoording van de subsidie
    4. Vereiste verplichtingen voor de toekenning van de subsidie
      1. Nagaan of de aanvraag betrekking heeft op één van de activiteiten vermeld in artikel 2, 1° tot 4° van het KB cultuur 2009
      2. De inschrijvingsmodule invullen via de webapplicatie 'uniek verslag'
      3. Nagaan of de kosten aanvaardbaar zijn
      4. Het moment van de vereffening naleven
      5. Bewijsstukken verzamelen en bewaren
      6. Een elektronisch verslag opmaken via de webapplicatie 'uniek verslag'
  11. Bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof
    1. Context
    2. Wat is de maatregel voorzien door het KB cultuur 2009
    3. Welke steun kent het OCMW toe?
    4. Wie heeft recht op steun van het OCMW?
    5. De subsidie van de Staat
    6. De verantwoording van de subsidie
  12. Bijzonderheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: de vzw artikel 27
  13. Veelgestelde vragen
  14. Wettelijke basis
  15. Voetnoten
  16. Andere nuttige links
  17. Andere nuttige fiches in verband met het onderwerp

1. Gebruiksaanwijzing en afkortingen

De Technische Fiches zijn bedoeld om de terreindeskundigen een praktische, duidelijke en geactualiseerde informatie te verschaffen over de verschillende vormen van steun en diensten aangeboden door de OCMW’s. Iedere fiche probeert exhaustief te zijn, maar in geval van twijfel is weliswaar aangeraden van andere bronnen te raadplegen.

Alle Technische Fiches staan ter beschikking op de website http://www.ocmw-info-cpas.be//.

Om de verschillende vormen van steun, die zijn opgenomen in de fiches, te kennen, kan u informatie opzoeken zowel via een inventaris als via een alfabetische trefwoordenlijst.

We vestigen de aandacht van de lezer er op dat het belangrijk is van de datum van de laatste actualisering van de fiche na te gaan (zie datum onder de titel van de fiche).

Elke fiche hanteert in het algemeen dezelfde structuur. Na een beschrijving van de context, gaat de fiche verder met het geven van een antwoord op de vragen wat is het?, wie is er rechthebbende? en welk OCMW is er bevoegd?. Vervolgens worden de toepassingsmanieren behandeld, met name in het onderdeel wat moet het bevoegde OCMW doen om de steun toe te kennen? Voor elke vorm van steun wordt er ook een onderdeel besteed aan de staatssubsidie.

Naast iedere technische fiche die een bepaalde vorm van steun behandelt, bestaat er in principe ook een gebruiksvriendelijke fiche.

Deze gebruiksvriendelijke fiche geeft een antwoord op de concrete vragen van gebruikers en is opgesteld in de vorm van “Veelgestelde Vragen”.

We raden deskundigen ook aan van de gebruiksvriendelijke fiches te raadplegen. Deze behandelen immers dezelfde onderwerpen als de technische fiches, maar dan vanuit het standpunt van de steunaanvrager. Deze gebruiksvriendelijke fiches kunnen ook dienen tot informatiedocument voor het grote publiek.

De informatie die hier wordt aangeboden is geen wettige basis om rechten te doen gelden. Daarvoor verwijzen we naar wetteksten en reglementen.

Afkortingen die worden gebruikt in deze fiche:

De ingekaderde tekst wil de aandacht vestigen op belangrijke bepalingen.

up

2. Context

Sociale en culturele participatie is nauw verbonden met het inkomens- en kwalificatieniveau van personen. Personen in een precaire situatie gaan bijvoorbeeld minder naar de film, het theater, concerten, enz. en vullen hun vrije tijd eerder met activiteiten thuis en leggen zo minder sociale contacten.

Het recht om vrij deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap is ingeschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948. Deze tekst mag dan wel geen juridische waarde hebben, maar toch had deze veel invloed op een groot aantal bestaande grondwetten, inclusief de Belgische. Artikel 23 van de Belgische Grondwet streeft immers sinds 1994 naar het recht op culturele participatie en sociale ontplooiing. Sinds 2007 preciseert de OW ook dat het OCMW de sociale participatie van de gebruikers aanmoedigt (1).

Sociale, culturele en sportieve participatie draagt bij tot de ontwikkeling en ontplooiing van de mens en de uitbreiding van zijn sociaal netwerk. Om sociale en culturele participatie van gebruikers van OCMW’s mogelijk te maken, besloot de regering in 2003 (2) voor het eerst om de 589 Belgische OCMW’s een subsidie toe te kennen van 6.200.000 euro om hun in staat te stellen deze participatie uitgesproken en efficiënt te realiseren.

Aanvankelijk ging het om een voorlopige maatregel voor één jaar, om activiteiten te bekostigen die plaatsvonden tussen 1 mei 2003 en 30 april 2004. Op 23 augustus 2004 nam de regering, voor de periode 2004-2005, nieuwe maatregelen aan om de sociale participatie en culturele en sportieve ontplooiing van gebruikers van OCMW’s te bevorderen (3). Het koninklijk besluit van 2003 werd verlengd, aangezien de principes van het oude koninklijk besluit de basis vormden voor het nieuwe. Sindsdien werd een gelijkaardige maatregel herhaald voor de opeenvolgende periodes 2005-2006 (4), 2006-2007 (5), 2007-2008 (6), 2008-2009 (7) en 2009 (8).

Daarnaast werd door het KB cultuur 2006 een nieuwe maatregel in het kader van de strijd tegen de digitale kloof ingevoerd. Sindsdien werd de maatregel hernieuwd voor de periode 2007-2008 (9), 2008-2009 (10) en 2009 (11). De inhoud van deze bijzondere maatregel komt aan bod in een aparte rubriek (Zie rubriek 11 “Bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof”).

Vroeger liep de subsidieperiode van 1 mei van een jaar tot 30 april van het volgende jaar. Vanaf 2010 volgt de subsidieperiode het kalenderjaar en loopt ze dus van 1 januari tot 31 december. Dit verklaart dat de subsidieperiode van het jaar 2009 uitzonderlijk beperkt is tot 8 maanden, meer bepaald van 1 mei tot 31 december 2009.

Belangrijk! Het KB cultuur voor de periode 2010 werd nog niet bekendgemaakt.

 

up

3. Waaruit bestaat de steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?

De voorbije jaren zijn OCMW’s geëvolueerd naar een steeds breder dienstenaanbod.

De steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten wil de integratie van mensen die in armoede leven in het sociale leven bevorderen. Dit is mogelijk door hen te laten deelnemen aan culturele en sportieve activiteiten en door hen toegang te verschaffen tot informatie- en communicatietechnologieën.

Vóór 2003 kenden de OCMW’s wel al sporadisch steun toe om de deelname van hun cliënten aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten te bevorderen. Niettemin heeft de extra financiële steun waarover OCMW’s beschikken sinds 2003 nieuwe mogelijkheden geboden.

De "KB’s cultuur" leggen de manier vast waarop de OCMW’s de subsidie kunnen gebruiken om de deelname van hun cliënten aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten te bevorderen.

De rol van OCMW’s bestaat hoofdzakelijk uit het bepalen van de doelgroep, het uitwerken van projecten en het in contact brengen van de deelnemers met het culturele en sociale aanbod.

Deze fiche stelt de regels voor van de "KB’s cultuur" en baseert zich op het meest recente koninklijk besluit, namelijk dat van 10 september 2009 (KB cultuur 2009).

Belangrijk! Het KB cultuur voor de periode 2010 werd nog niet bekendgemaakt.

Als de wetgever beslist om de subsidie niet langer toe te kennen, zal de situatie die voordien bestond opnieuw in voege treden: indien OCMW’s dit wensen en in functie van hun mogelijkheden, kunnen ze steun toekennen om deelname van hun cliënten aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten mogelijk te maken, zonder aanspraak te kunnen maken op een subsidie voor deze steun.


up

4. Wie heeft recht op steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?

De maatregel geldt voor iedere persoon die gebruik maakt van de openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het OCMW, onder gelijk welke vorm (dienstverlening in de ruimste zin van het woord) (12).

Bijgevolg kunnen personen die een bepaald welzijnsniveau hebben, maar die toch beroep doen op bepaalde diensten van OCMW’s (bijvoorbeeld kinderopvang, thuisbezorgde maaltijden, advies, budgethulp, enz.), eveneens voordeel halen uit deze steun.

De hoedanigheid van gebruiker van het OCMW moet bestaan op het ogenblik van de aanvraag, maar een niet-gebruiker die een aanvraag indient en wiens situatie een tegemoetkoming rechtvaardigt, wordt een nieuwe gebruiker van het OCMW. Bijgevolg kan hij recht hebben op een tegemoetkoming van het OCMW in het kader van het KB cultuur 2009.

De OCMW’s kunnen zelf beslissen over de toekenning van de steun en gaan na of het billijk is om de steun toe te kennen aan personen die een aanvraag hebben ingediend. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door binnen de gebruikers prioritaire doelgroepen af te bakenen die zich in de meest achtergestelde situatie bevinden (13).

Er kan bijvoorbeeld rekening gehouden worden met de volgende criteria en overwegingen:

Asielzoekers (bijvoorbeeld in een lokaal opvanginitiatief) hebben ook recht op deze maatregel. Toch is deze maatregel niet bedoeld voor de integratie van asielzoekers en er moet vermeden worden dat asielzoekers een aparte doelgroep worden.

up

5. Wat kan er bekostigd worden met de subsidie met betrekking tot steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?

OCMW’s kunnen de subsidie gebruiken om 5 types activiteiten te bekostigen (14). Deze zijn hieronder opgesomd (punten a), b), c), d) en e)).

a: De deelname aan sociale, sportieve of culturele manifestaties (15)

Een typisch individueel voordeel dat het OCMW toekent aan zijn gebruikers. Het gaat voornamelijk om een tegemoetkoming in de toegangsprijs van het evenement.

Onder deze manifestaties vallen onder meer de volgende activiteiten:

Het OCMW kan eventueel beslissen om eveneens tegemoet te komen in de volgende kosten:

Deze tussenkomst in de voorgenoemde kosten gebeurt enkel indien de verhouding tussen de bijkomende kosten en het eigenlijke evenement duidelijk en aantoonbaar is.

b: De deelname aan sociale, culturele of sportieve verenigingen, met inbegrip van lidgeld en noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen (16)

Het gaat hoofdzakelijk om een individueel voordeel. Het OCMW kan tegemoetkomen in de volgende kosten:

Met “verenigingen” wordt hier het traditionele verenigingsleven bedoeld: jeugdbewegingen, culturele kringen, vrouwenverenigingen, sportclubs, ..., maar ook minder formele groepen zoals leesclubs, ..... De inschrijving in een bibliotheek of mediatheek (voor zover deze niet gratis is) kan ook in aanmerking komen. Opleidingen en cursussen die geen beroepsdoeleinde hebben kunnen ook ondersteund worden: muziekschool, kunstacademie, theaterklas, kookcursussen voor beginners, volksuniversiteit, enz.

Bepaalde kosten en activiteiten zijn uitgesloten van de maatregel:

c: Initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak (17)

Terwijl verbruik een centraal aspect is van punten a) en b), gaat het hier om productie. De productie gebeurt door de gebruikers zelf (bv. tentoonstellingen, variétévoorstellingen, enz.) ofwel zijn de gebruikers zelf de doelgroep van de productie. In plaats van gebruikers te laten deelnemen aan manifestaties of activiteiten die reeds georganiseerd zijn buiten het kader van deze maatregel, wordt in dit geval de activiteit pas georganiseerd na de maatregel.

Deze activiteit houdt een collectief voordeel in en kan dus een gemengd publiek aantrekken. Het OCMW komt niet tegemoet om individuele uitgaven te verlichten, maar wil het eigenlijke sociale leven een nieuw elan geven door de activiteiten te bekostigen. Om de kosten van dergelijke initiatieven te aanvaarden, is het belangrijk te weten of de activiteit georganiseerd had kunnen worden zonder de toekenning van deze toelage.

d: Initiatieven die de toegang en de deelname bevorderen van de doelgroep aan nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (18)

Deze toewijzing van middelen kan 2 aspecten dekken:

i) Ontdekken van de nieuwe technologie

En dit tijdens individuele of collectieve introductiesessies. Bijvoorbeeld:

ii) Inrichten van een openbare internet ruimte

Zij die geen toegang hebben tot deze technologieën kunnen er beschikken over een computer en surfen op het internet om een brief te schrijven of af te drukken, informatie te zoeken, enz. Websites en elektronische documenten moeten zodanig opgesteld en ontworpen worden dat ze toegankelijker en begrijpelijker worden voor de doelgroep. Bij het inrichten van een openbare internet ruimte is het belangrijk dat een reglement wordt aangenomen met wat al dan niet is toegelaten voor het gebruik van internet.

De onder d) bedoelde middelen mogen niet gebruikt worden voor de onder e) beoogde doelstellingen (nl. de aankoop van een gerecycleerde computer via de hergebruikcentra).

e: De toelage van maximum 100 euro per begunstigde voor de aankoop van een gerecycleerde computer via de hergebruikcentra (19)

Dit is een nieuwe maatregel die ingevoerd werd bij artikel 2, 5° van het KB cultuur 2007/2. Het doel van deze maatregel is de strijd aan te binden tegen de digitale kloof door de gedeeltelijk of volledig de mogelijkheid te steunen die de OCMW-gebruikers aangeboden wordt om een gerecycleerde computer te kopen (Zie rubriek 11 "Bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof").

up

6. Hoe kunnen activiteiten in het kader van de steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten bekostigd worden?

OCMW’s kunnen de activiteiten op verschillende manieren bekostigen. De financieringswijze hangt af van het type activiteit en de regels verschillen al naargelang het gaat om de financiering van de deelname van de gebruiker of van de initiatieven van of voor de doelgroep.

a: De deelname aan sociale, sportieve of culturele manifestaties en de deelname aan sociale, culturele en sportieve verenigingen, met inbegrip van lidgeld en noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen (20)

De financiering kan totaal of gedeeltelijk zijn. Het OCMW kan naar eigen oordeel gevallen definiëren waarin de gebruiker op geen enkele wijze moet zelf bijdragen. Verder kan ook een gedeeltelijke eigen bijdrage van de gebruikers opgelegd worden om hen te sensibiliseren.

In ieder geval moet het OCMW duidelijk de algemene regels en de voorwaarden te bepalen waarbinnen eventuele uitzonderingen toegelaten zijn. Indien een gedeeltelijke financiering door de gebruiker overwogen wordt voor een bepaald type activiteit of voor een prioritaire doelgroep, dient het OCMW op redelijke en billijke wijze de afwijkingen voor bepaalde personen of situaties te definiëren.

b: Initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak en initiatieven die de toegang en de deelname bevorderen van de doelgroep aan nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (21)

Het OCMW kan de globale netto kost ten laste nemen, maar eveneens besluiten om de steun te beperken tot een bepaald bedrag of een bepaalde bijdrage.

up

7. Welk OCMW is territoiraal bevoegd?

De maatregel is bedoeld voor iedere persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van de openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het OCMW (dienstverlening in de meest ruime zin van het woord) (22).

Indien een persoon zich aandient om steun te vragen voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten, gaat het OCMW na of de aanvrager gebruikt maakt van zijn dienstverlening.

De niet-gebruiker die een aanvraag indient en wiens situatie een tegemoetkoming rechtvaardigt, wordt een nieuwe gebruiker van het OCMW. Bijgevolg kan hij recht hebben op een tegemoetkoming van het OCMW in het kader van het KB cultuur 2009. Het steunverlenend centrum is in principe bevoegd (23), dit wil zeggen het OCMW van de gemeente waar de persoon die de steun nodig heeft, zijn hoofdverblijfplaats (24) heeft.

up

8. Het aangesproken OCMW is territoriaal niet bevoegd: wat moet er gebeuren? (25)

Indien het OCMW een steunaanvraag ontvangt waarvoor het zich territoriaal niet bevoegd acht, dient het als volgt te handelen (26):

  • Het OCMW moet de steunaanvraag schriftelijk binnen de 5 kalenderdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag versturen aan het volgens hem bevoegd OCMW. Op straffe van nietigheid gebeurt deze overzending door middel van een brief met vermelding van de redenen van onbevoegdheid.
  • Het OCMW dient ook schriftelijk en binnen dezelfde termijn van 5 dagen de aanvrager op de hoogte te brengen van het doorsturen van de aanvraag. Op straffe van nietigheid wordt de aanvrager in kennis gesteld met een brief met vermelding van de redenen voor onbevoegdheid.

Zolang de reden van het doorsturen niet is meegedeeld aan de aanvrager en de aanvraag niet is verstuurd, blijft het eerste OCMW verplicht om de aanvraag te behandelen en dient het, indien de voorwaarden zijn vervuld, de steun toe te kennen.

Indien het tweede OCMW zich ook onbevoegd verklaart dient het dit onmiddellijk te signaleren aan de POD MI. Concreet moet deze een aanvraag indienen om een voorlopig bevoegd centrum te bepalen bij de Dienst Bevoegdheidsconflicten van de POD MI en dit binnen de vijf werkdagen (27) volgend op de ontvangstdatum van de aanvraag verstuurd door het eerste OCMW.

De aanvraag voor de bepaling van de voorlopige bevoegdheid dient als volgt te gebeuren:

De aanvraag voor het bepalen van de territoriale bevoegdheid dient de volgende elementen te bevatten:

a) alle informatie over de identiteit van de betrokkene

b) een beschrijving van de feitelijke elementen en juridische elementen waarop het OCMW zich baseert voor de onbevoegdverklaring (het OCMW moet op synthetische wijze alle pertinente feiten vermelden om de bevoegdheid te bepalen en zijn territoriale onbevoegdheid beargumenteren in de gegeven omstandigheden)

c) een kopie van de gemotiveerde beslissing voor onbevoegdheid verzonden door het eerste centrum

d) de gegevens van de persoon die het dossier behandelt. De persoon die het dossier behandelt bij het OCMW moet snel en rechtstreeks gecontacteerd kunnen worden om eventueel bijkomende informatie te leveren.

De Minister maakt zijn beslissing, in principe zonder vertraging, over aan het OCMW dat werd aangeduid om zich uit te spreken over de steunaanvraag.

Het OCMW dat op deze manier wordt aangewezen moet onmiddellijk contact opnemen met de steunaanvrager om een snelle behandeling van de aanvraag mogelijk te maken en dit vanaf de datum van de originele aanvraag.

De andere OCMW’s betrokken in het bevoegdheidsconflict ontvangen ter informatie van de Minister een eensluidend afschrift van zijn beslissing.

Het OCMW aangeduid door de Minister conform deze procedure is bevoegd om een beslissing te nemen over de steunaanvraag.

up

9. Het OCMW is territoriaal bevoegd: wat moet er gebeuren?

Indien een persoon zich aandient bij het OCMW om steun aan te vragen voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten, moet het OCMW rekening houden met de 5 volgende elementen:

a: De identiteit van de aanvrager controleren

Het OCMW gaat na of de aanvrager een gebruiker is van zijn dienstverlening. De niet-gebruiker die een aanvraag indient en wiens situatie een tegemoetkoming rechtvaardigt, wordt een nieuwe gebruiker van het OCMW. Bijgevolg kan hij recht hebben op een tegemoetkoming van het OCMW in het kader van het KB cultuur 2009.

b: Controleren of de aanvraag van toepassing is op culturele, sociale en sportieve activiteiten

Het OCMW kan vrij bepalen wat het verstaat onder deze activiteiten.

Om een staatssubsidie te ontvangen, moet het OCMW er niettemin op toezien dat de steunaanvraag bedoeld is voor een type activiteit opgesomd in artikel 2, lid 2 van het KB cultuur 2009.

c: Een beslissing nemen

In het kader van deze bijstand moet het bevoegde beslissingsorgaan een individuele beslissing nemen ofwel moet de steunaanvrager in een door dit orgaan goedgekeurd "algemeen reglement" beoogd worden. In deze materie kan de beslissing immers collectief genomen worden. Als de beslissing betrekking heeft op een individueel voordeel, moet het OCMW een sociaal onderzoek uitvoeren en een dossier openen. Dit voordeel moet rechtvaardig zijn. (Voor de begrippen individueel en collectief voordeel, zie rubriek 5 "Wat kan er bekostigd worden met de subsidie met betrekking tot steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?")

d: Samenwerken met organisaties of andere OCMW’s (28)

Het OCMW moet niet zelf een cultuurcentrum worden voor mensen die in armoede leven. Het OCMW moet lokale prioriteiten bepalen, de doelgroep identificeren en een rol als coördinator spelen.

De OCMW’s worden aangemoedigd om samen te werken om de doelstellingen van de maatregel te bereiken. Ze kunnen samenwerken met organisaties die reeds actief zijn op het terrein en/of met andere OCMW’s.

i) Met een organisatie:

OCMW’s kunnen een samenwerkingsovereenkomst sluiten met een organisatie die de bevordering tot doel heeft van de sociale, culturele en sportieve participatie van mensen die in armoede leven, en hun toegang tot de nieuwe informatie- en communicatie­technologieën. Ze kunnen de uitvoering van een deel of het geheel van de doelstellingen aan deze organisatie toevertrouwen. Deze mogelijkheid is uitdrukkelijk opgenomen in het KB cultuur 2009. De overeenkomst bevat bepalingen aangaande de doelgroep, de activiteiten, de te leveren prestaties en het budget.

Indien er beroep gedaan wordt op een derde organisatie, wordt deze vergoed voor zijn kosten. De beheerskosten mogen maximaal 10% bedragen van deze vergoeding.

ii) Met andere OCMW’s:

Voor bepaalde activiteiten wordt de OCMW’s aanbevolen om samen te werken in plaats van zelfstandig gelijkaardige activiteiten te voeren. De samenwerking tussen OCMW’s is opgenomen in artikel 61, lid 3 van de OW. De samenwerking is uiteraard louter gewestelijk, maar kan toch de grenzen van de federale entiteiten overschrijden.

Voor meer details over de uitwerking van de maatregel, zie de "Praktijkgids in het kader van de subsidie aan de OCMW’s om de sociale participatie en culturele en sportieve ontplooiing van hun cliënten te bevorderen”

e: De nodige opvolging voorzien om de subsidie te kunnen ontvangen

Om recht te hebben op de subsidie dient het OCMW toe te zien op de naleving van een bepaald aantal voorwaarden die hieronder zijn uiteengezet (Zie rubriek 10 “De subsidie van de Federale Staat” en rubriek 11 "Bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof").

up

10. De subsidie van de Federale Staat

Het bedrag van de subsidie, de betalingsmodaliteiten, de manier waarop het OCMW het gebruik dient te verantwoorden en de verplichtingen die in acht genomen moeten worden voor de toekenning zijn opgenomen in deze rubriek.

De hier beoogde subsidie neemt enkel de maatregelen voorzien bij artikel 2, 1° tot 4° van het KB cultuur 2009 in aanmerking en sluit dus de subsidie uit van de toekenning van een bedrag van 100 euro voor de aankoop van een gerecycleerde computer (Zie rubriek 11 "Bijzondere maatregelen in het kader van de strijd tegen de digitale kloof").

Belangrijk! Het KB cultuur voor de periode 2010 werd nog niet bekendgemaakt.

a: Het bedrag van de subsidie

De Federale Staat kent voor de periode 2009 een subsidie van 4.426.666 euro toe voor het geheel van de OCMW’s. De verdeling van het budget per OCMW werd als bijlage gevoegd bij heet KB cultuur 2009.

Ter herinnering: Vroeger liep de subsidieperiode van 1 mei van een jaar tot 30 april van het volgende jaar. Vanaf 2010 volgt de subsidieperiode het kalenderjaar en loopt ze dus van 1 januari tot 31 december. Dit verklaart dat de subsidieperiode van het jaar 2009 uitzonderlijk beperkt is tot 8 maanden, meer bepaald van 1 mei tot 31 december 2009. Het bedrag van de subsidie voor de periode 2009 werd dus proportioneel berekend voor deze 8 maanden.

b: Betalingsmodaliteiten van de subsidie en bijzondere projecten:

i. Inschrijving en voorschot

Om aan de subsidiemaatregel te kunnen deelnemen moet het OCMW een inschrijvings¬module invullen via de webapplicatie "uniek verslag" (29).

Opgelet!
- Enkel beslissingen die gebaseerd zijn op een principebeslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn, worden in aanmerking genomen. Die beslissing houdt verband met de gebruiksmethodologie en de bestemming van de financiële middelen die aan het OCMW toegekend worden. Voor de periode 2009 moest die beslissing voorgelegd worden aan de POD MID voor 1 juli 2009 (30).
- Enkel de elektronisch door de Voorzitter en de Secretaris ondertekende formulieren worden als geldige basis in aanmerking genomen voor de inschrijving.

Bij de inschrijving heeft het OCMW recht op een voorschot van maximum 50 % van het bedrag dat voorbehouden is in het KB cultuur voor de overeenkomstige periode. Als het OCMW dat bedrag niet integraal wenst te ontvangen, kan het een lager bedrag krijgen. In dat geval vertegenwoordigt het bedrag 50 % van het bedrag dat het verklaart nodig te hebben (31).

De OCMW's die verklaren dat zij de subsidie niet zullen gebruiken of slechts een deel ervan, verliezen hun recht op de niet-gevraagde middelen.

ii. Specifieke projecten

De niet-opgeëiste bedragen door de principebeslissingen worden in een “spaarpot” gestopt en later herverdeeld naar de OCMW’s die bijzondere projecten wensen uit te voeren (32). Het gaat om specifieke projecten waarvoor het OCMW eerst de toelating moet vragen aan de minister. Dit bijzondere project wordt toegevoegd aan de activiteiten die reeds zijn opgenomen in de principebeslissing.

Voor de periode 2009 moeten de bijzondere projecten tegen 1 september 2009 aan de minister voorgelegd zijn. De projecten moeten goed gestructureerd zijn, dit wil zeggen met een uiteenzetting van de methodologie (omstandige nota) en een budgetraming.

De keuze en de toekenning van de subsidie gebeurt op basis van objectieve criteria, zoals:

De webapplicatie 'uniek verslag' werd evenwel nog niet ontwikkeld om deze precieze maatregel van de specifieke projecten elektronisch te beheren.

iii.Saldo van de subsidie

Het saldo van de subsidie wordt pas gestort na goedkeuring van het eindverslag (33).

De niet-gebruikte bedragen worden uiterlijk op 1 november 2010 aan de Staat terugbetaald (34).

c: Verantwoording van de subsidie: het eindverslag

Om het gebruik van de subsidie te verantwoorden levert het OCMW een elektronisch verslag met een overzicht van de activiteiten en een financieel overzicht. Dat verslag wordt overgemaakt met de webapplicatie 'uniek verslag', voor het eerst op 28 februari 2010. Voor de latere subsidiëringsperiodes moet hetzelfde gedaan worden en het uniek verslag moet telkens voor 28 februari ingevuld worden (35).

Uitzondering! De webapplicatie 'uniek verslag' werd nog niet ontwikkeld voor de specifieke projecten. Bovendien moet het verslag met een overzicht van de activiteiten en een financieel overzicht van de specifieke projecten uiterlijk op de in het overeenkomstige ministerieel besluit vermelde datum ingediend worden (36).


Een handleiding betreffende het uniek verslag beschrijft in detail hoe het verslag met het activiteiten- en het financieel verslag ingevoerd moet worden.

Om aan de wettelijke voorschriften te beantwoorden moet de elektronische handtekening van de Secretaris en van de Voorzitter vóór de verzending op ieder formulier van het verslag geplaatst worden (37).

De originele bewijsstukken moeten bewaard blijven en ter beschikking gehouden worden met het oog op de controle van de subsidie door de POD MI (38).

Net zoals de niet gebruikte bedragen worden niet verantwoorde bedragen teruggestort naar de federale Staat uiterlijk op 1 november 2010 (39).

d: Vereiste verplichtingen voor de toekenning van de subsidie

i) Nagaan of de aanvraag betrekking heeft op één van de activiteiten vermeld in artikel 2, 1° tot 4° van het KB cultuur 2009

ii) De inschrijvingsmodule invullen via de webapplicatie 'uniek verslag'

Enkel OCMW’s die de inschrijvingsmodule ingevuld hebben op basis van een principebeslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn, hebben recht op de subsidie. De OCMW’s geven eveneens het bedrag aan dat ze wensen te ontvangen.

OCMW’s die verklaren dat zij de subsidie niet zullen gebruiken of slechts een deel ervan, verliezen het recht op de niet-gevraagde middelen. (Zie rubriek 10 “Betalingsmodaliteiten van de subsidie en de bijzondere projecten” in de rubriek “Subsidie van de Federale Staat”)

iii) Nagaan of de kosten aanvaardbaar zijn

De handleiding over het uniek verslag geeft nadere details over de aanvaardbaarheid van de kosten en hun invoering in de webapplicatie.

Personeelskosten

De OCMW’s die een samenwerkingsovereenkomst afsluiten om de subsidie op gecoördineerde wijze aan te wenden, met gecumuleerde subsidies gelijk aan of hoger dan 25.000 euro, kunnen 10% van het verantwoorde bedrag inbrengen als personeelskost (40).

Hetzelfde geldt voor grotere OCMW’s die op zichzelf reeds een subsidie ontvangen gelijk aan of hoger dan 25.000 euro (41).

Dit bedrag van 10 % maakt deel uit van het subsidiebedrag dat aan het OCMW toegekend wordt voor de sociale en culturele participatie (42).

Vergoedingen voor het hulppersoneel

In het kader van de verwezenlijking van de doelstellingen van het KB cultuur kunnen personen waarop een beroep wordt gedaan omwille van hun bijzondere capaciteiten (theaterregisseur, sportinstructeur, informaticaleraar,...) ingeschakeld worden zonder dat ze deel uitmaken van het personeel van het OCMW of de tussenorganisatie. Ze ontvangen een vergoeding voor hun diensten, geen bezoldiging. Deze vergoeding kan beschouwd worden als werkingskosten en is dus aanvaardbaar in het kader van de subsidie (43).

Persoonlijke financiële bijdragen van de gebruikers

Eventuele persoonlijke financiële bijdragen van de gebruikers moeten afgetrokken worden van de kosten. Het OCMW dient hierop toe te zien indien het kiest voor de “gedeeltelijke financiering” van de types activiteiten type bedoeld in artikel 2, 1° en 2° van het KB cultuur 2009 (44).

Investeringen

Investeringen en duurzame aankopen vanaf 500 euro factuur en exclusief BTW kunnen in geen geval ten laste genomen worden (45). Investeringen zijn niet mogelijk omwille van de specificiteit van het Staatsbudget: de middelen waarvoor deze subsidie werd toegeschreven, zijn bestemd voor de lopende uitgaven en de investeringen van meer dan 500 euro worden niet beschouwd als lopende uitgaven.

iv) Het moment van de vereffening naleven

De vereffening vindt in principe plaats tijdens de toepassingsduur van het KB cultuur (46). Om de kosten met betrekking tot de periode 2009 te kunnen verantwoorden, moet hetzij de datum van de activiteit hetzij de datum van de factuur vervat zijn in de periode gaande van 1 mei tot 31 december 2009.

Voor het KB cultuur 2010 (nog niet bekendgemaakt) is alleen de datum van invoering van de factuur geldig (47).

v) Bewijsstukken verzamelen en bewaren

Het OCMW verzamelt en bewaart de bewijsstukken die het goede gebruik van de subsidie aantonen.

Het gaat in het bijzonder om tickets, aankoopbewijzen, facturen, schuldvorderingen, rekeningen, BTW-bonnen, …

Het lidmaatschap bij een vereniging kan bewezen worden met een verklaring op eer door de directie van deze vereniging. Een verklaring op eer van de gebruiker is evenwel geen bewijsstuk.

Interne nota’s van het OCMW zijn nuttig om kosten te documenteren, maar zijn op zich geen bewijsstukken.

Indien het OCMW een geldsom voorschiet om een uitgave te dekken voor een individueel voordeel, tekent de rechthebbende voor ontvangst en voor akkoord.

Indien de gebruiker of de tussenorganisatie een geldsom voorschiet om een uitgave te dekken, zal het OCMW de rechtmatigheid van de bewijsstukken onderzoeken alvorens over te gaan tot de terugbetaling.

De bewijsstukken moeten bewaard en ter beschikking gehouden worden met het oog op de controle van de subsidie door de POD MI (48).

vi) Een elektronisch verslag opmaken aan de hand van de webapplicatie 'uniek verslag'

Het OCMW zorgt ervoor dat het elektronisch verslag uiterlijk 28 februari 2010 overgemaakt wordt via de webapplicatie 'uniek verslag'.

up

11. Bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof

a: Context

In 2006 heeft de regering beslist van via een bijkomend budget de digitale kloof te overbruggen door aan de gehele bevolking computers aan te bieden tegen een voordelige prijs (het Internet voor iedereen-pakket). Zij die een erkend “Internet voor iedereen” pakket aankochten, hadden eveneens recht op een belastingaftrek op de personenbelasting voor de werkelijk betaalde uitgaven.

Aangezien dit voordeel niet op dezelfde wijze kon worden toegekend aan OCMW-gebruikers, werd een bijkomend budget toegewezen om OCMW’s in staat te stellen van gemakkelijker een erkend “Internet voor iedereen” pakket voor hun gebruikers te kunnen aankopen (49). Het KB cultuur 2006 bepaalde namelijk zijn in artikel 2, lid 2, 5° dat het OCMW een steun kon toekennen van maximaal 175 euro per cliënt voor de aankoop van een”Internet voor iedereen” pakket.

Het is echter gebleken dat de bijkomende toelage voor de aankoop van een “Internet voor iedereen” pakket niet het verhoopte effect heeft gehad. Daarom is het KB cultuur 2006 aangepast via het KB van 24 januari 2007 om de toelage uit te breiden naar andere kanalen dan het “Internet voor iedereen”-pakket (50).

In mei 2007 is er een nieuw KB verschenen (KB cultuur 2007/2) dat de maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof beperkt tot een tussenkomst in de aankoop van een gerecycleerde computer. Deze maatregel werd verlengd voor de periodes 2008-2009 (51) en 2009 (52).

b: Wat is de maatregel voorzien door het KB cultuur 2009?

Opgelet! Het KB cultuur voor 2010 werd nog niet bekendgemaakt.

In het kader van de strijd tegen de digitale kloof heeft de federale staat beslist om per begunstigde een bedrag toe te kennen van maximum 100 euro voor de aankoop van een gerecycleerde computer via hergebruikcentra.

Een hergebruikcentrum wordt als een klassiek recyclagecentrum beschouwd als het een waarborg van minimum 1 jaar biedt op het aangekochte tweedehandse materiaal (bv. Oxfam).

Op de website van de POD MI vindt u een lijst met leveranciers van gerecycleerde PC's. Toch is die lijst niet exhaustief. Als er operatoren of verkooppunten zijn die de bovenvermelde waarborg bieden maar niet in de lijst opgenomen zijn, worden zij ook als hergebruikcentrum beschouwd. 

c: Welke steun kent het OCMW toe?

Het artikel 2, al. 2, 5° van het KB cultuur 2009 bepaalt dat er per begunstigde een toelage van 100 euro kan worden aangewend voor de aankoop van een gerecycleerde computer via hergebruikcentra.

d: Wie heeft recht op steun van het OCMW?

Iedere persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van de openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het OCMW, kan genieten van de maatregel.

De hoedanigheid van OCMW-cliënt moet bestaan op het ogenblik van de verwerving van het pakket of de gerecycleerde computer.

Het OCMW is vrij van binnen de groep van gebruikers prioritaire groepen af te bakenen die zich in de meest achtergestelde situatie bevinden (53). De criteria en overwegingen waarmee rekening kan worden gehouden zijn dezelfde als bij de deelname aan het culturele en sociale leven die hierboven vernoemd zijn. (zie rubriek 4 “Wie heeft recht op steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten?”) Het gezond verstand moet ook een rol spelen: een gezin dat thuis bij voorbeeld al een computer heeft, zou niet in aanmerking mogen komen. 

e: Subsidie van de Staat

Opgelet! Het KB cultuur voor 2010 werd nog niet bekendgemaakt.

Voor de uitvoering van de maatregel in het kader van de strijd tegen de digitale kloof, kent de federale Staat voor de periode 2009 een subsidie toe van 346.000 euro aan alle Belgische OCMW’s. De verdeling van het budget per OCMW gaat als bijlage bij het KB cultuur 2009.

Vroeger liep de subsidieperiode van 1 mei van een jaar tot 30 april van het volgende jaar. Vanaf 2010 volgt de subsidieperiode het kalenderjaar en loopt ze dus van 1 januari tot 31 december. Dit verklaart dat de subsidieperiode van het jaar 2009 uitzonderlijk beperkt is tot 8 maanden, meer bepaald van 1 mei tot 31 december 2009. Het bedrag van de subsidie voor de periode 2009 werd dus proportioneel berekend voor deze 8 maanden.

Om deze steun te kunnen toekennen moet het OCMW volgende richtlijnen in acht nemen:
-    enkel gerecycleerde computers via hergebruikcentra komen in aanmerking (alle andere informatica-aankopen moeten onder de activiteit bedoeld in artikel 2, 4° van het KB cultuur 2009 vallen)
-    voor elke aankoop van een gerecycleerde computer moet een factuur voorhanden zijn
-    de leverancier moet voor elke gerecycleerde computer een garantie waarborgen van minstens 12 maanden.

De OCMW's worden aangemoedigd in de mate van het mogelijke te werken via een minimum cofinanciering van de aankoop van het materiaal door de begunstigden.

Het bedrag dat niet werd gebruikt, wordt uiterlijk op 1 november 2010 teruggestort op de rekening van de Staat (54).

f: Bewijsstukken voor de subsidie

Om het gebruik van de subsidie te verantwoorden levert het OCMW een elektronisch verslag met een overzicht van activiteiten en een financieel overzicht. Dat verslag wordt via de webapplicatie 'uniek verslag' voor het eerst verzonden uiterlijk op 28 februari 2010. Voor de latere subsidieperiodes moet dezelfde procedure gevolgd worden en het uniek verslag moet telkens ingevuld worden voor 28 februari (55).

Een handleiding betreffende het uniek verslag beschrijft in detail hoe het verslag met het activiteiten- en het financieel verslag ingevoerd moet worden.

Om aan de wettelijke voorschriften te beantwoorden moet de elektronische handtekening van de Secretaris en van de Voorzitter vóór de verzending op ieder formulier van het verslag geplaatst worden(56).

De originele bewijsstukken moeten bewaard blijven en ter beschikking gehouden worden met het oog op de controle van de subsidie door de POD MI (57).

Net zoals de niet gebruikte bedragen worden niet verantwoorde bedragen teruggestort naar de federale Staat uiterlijk op 1 november 2010 (58).

up

12. Bijzonderheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: de vzw Artikel 27

De mogelijkheid voor OCMW’s om samenwerkingsovereenkomsten en partnerschappen af te sluiten met organisaties die culturele en sociale participatie bevorderen, is opgenomen in het KB cultuur 2009(59).  Hieronder vindt u een korte voorstelling van de vzw Artikel 27, die reeds lange tijd samenwerkt met de Brusselse OCMW’s.

Zie ook de “Praktijkgids in het kader van de subsidie aan de OCMW’s om de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen", waarvan deel 5 een (niet volledige) lijst bevat van organisaties en instellingen en internetlinks die Brusselse OCMW’s kunnen helpen om efficiënt hun opdracht inzake sociale, sportieve en culturele participatie te vervullen.

i) Wat is de vzw Artikel 27?

De vzw Artikel 27 is ontstaan in februari 1999 te Brussel. De actie stoelt op een partnerschap met verschillende diensten voor maatschappelijk welzijn en culturele instellingen. Het partnerschap met de eerste staat toe om gebruikers te sensibiliseren, dat met de tweede opent de toegang tot het volledige cultuurprogramma.

ii) Wat is zijn opdracht?

De vzw Artikel 27 heeft als doelstelling te sensibiliseren en de toegang te vereenvoudigen tot iedere vorm van cultuur voor iedere persoon die leeft in een sociaal en/of economisch moeilijke situatie, door het verdelen van tickets van 1,25 euro die toegang geven tot shows, tentoonstellingen en culturele activiteiten van de Franse Gemeenschap.

Parallel met de verdeling van tickets, handelt de vzw Artikel 27 als interface voor de sensibilisering en ontmoeting tussen de sociale en culturele sector.
Voor meer informatie, zie: http://www.artikel27.be/.

iii) Welk verband bestaat er met de steun van het OCMW voor de deelname aan het culturele leven?

Een partnerschap met de vzw Artikel 27 is een mogelijkheid om de opdracht uit te voeren die is toegewezen aan de OCMW’s.

up

13. Veelgestelde vragen

Moet de aanvraag voor tegemoetkoming ingeschreven worden in het register bedoeld door artikel 58, §1 van de OW?

Bij een individuele aanvraag voor een individuele tegemoetkoming zoals in het kader van artikel 2, 1° en 2° van het KB cultuur 2009 (tegemoetkoming voor inschrijving in een club, noodzakelijke uitrusting, ...), moet de aanvraag in het register worden ingeschreven.

Bij een individuele steun waarvoor een collectieve beslissing is genomen of waarvoor een algemeen reglement bestaat of bij een tegemoetkoming in het kader van artikel 2, 3° en 4° van het KB cultuur 2009 is een dergelijke inschrijving niet vereist.

Wat houdt de notie “Cheques” concreet in?

Er bestaan verschillende types cheque. Het kan gaan om leescheques, filmcheques, sportcheques en muziekcheques.

Wat gebeurt er met cheques die niet zijn verdeeld?

Indien een OCMW een aantal cheques of toegangstickets koopt die na de vervaldag niet meer gebruikt kunnen worden, gaat de waarde van de cheques of toegangstickets verloren.

Wat gebeurt er indien een OCMW de subsidie van het KB cultuur van het voorgaande jaar niet volledig heeft gebruikt?

a) Kan het dit bedrag nog gebruiken in het kader van de nieuwe maatregel (KB cultuur 2006)?

b) Wordt de subsidie verminderd bij de nieuwe maatregel?

Neen, de "KB’s cultuur" staan los van elkaar vanuit juridisch standpunt. De subsidies zijn dan ook geen communicerende vaten vanuit begrotingsstandpunt. Dit is enkel mogelijk indien de begrotingswet dit expliciet bepaalt, bijvoorbeeld voor subsidies in het kader van de wet RMI. Een overschot van een vroegere maatregel dient te worden terugbetaald aan de Staat zodra de POD MI het eindverslag heeft geanalyseerd.

In welke omstandigheden worden schoolkosten aanvaard?

Normale schoolkosten worden niet aanvaard. Uitzonderlijke kosten die niet verbonden zijn met de eindtermen (bijvoorbeeld bijzondere excursies, bosklassen, ...) worden wel aanvaard.

Hebben personen met toegang hebben tot een vorm van dienstverlening van het OCMW, maar die, rekening houdend met hun middelen, strikt genomen niet behoeftig zijn, ook recht op een toelage?

Ja. Iedere gebruiker van de dienstverlening van het OCMW kan gebruik maken van de maatregel (bijvoorbeeld ook de gebruikers van kinderopvang, OCMW rusthuizen, ...) Het is de bedoeling om een gemengd publiek te raken. Dit geldt in het bijzonder voor het aanwenden van de subsidie voor activiteiten bedoedle bij artikel 2, 3° en 4° van het KB cultuur 2009.

Hoe de toekenning organiseren van dit voordeel aan gebruikers van OCMW’s, zonder stigmatiseren of financiële overlast voor de deelnemer?

Enkele voorbeelden uit de praktijk:

a) Aankoop van tickets om te verdelen tussen de gebruikers;

b) Het OCMW verdeelt de cheques die geldig zijn voor een bepaald bedrag voor cultuur, sport, ... bij organisatoren die een akkoord hebben afgesloten met het OCMW. Het OCMW vergoedt de organisator al naargelang de cheques gebruikt worden;

c) Het OCMW geeft persoonlijke kaarten aan de gebruikers waarmee de houders een aanzienlijke vermindering kunnen krijgen voor een activiteit georganiseerd door een partner die een akkoord heeft gesloten met het OCMW.

Kan de toelage gebruikt worden voor:

Kan een tenlasteneming gedekt worden door de subsidie indien de begunstigde reeds is ingeschreven in het kader van een (sport)activiteit?

Ja, voor zover het OCMW van oordeel is dat de financiële situatie van het gezin dit rechtvaardigt en zonder retroactieve werking.

Is een sociaal onderzoek nodig voor individuele steun?

Neen, niet noodzakelijk. De begunstigde moet wel gekend zijn bij het OCMW en er is ofwel een individuele beslissing van het bevoegde beslissingsorgaan nodig ofwel moet de betrokkene vallen onder een algemeen reglement aangenomen door datzelfde beslissingsorgaan (de beslissing kan collectief zijn).

Hoe een activiteit met een gemengd publiek bekostigen?

De proportionaliteitsregel dient te worden toegepast.

Kan een tussenkomst voor sociaal-culturele participatie gebruikt worden om de lokale jeugdbeweging te steunen?

Neen. Het is niet mogelijk de subsidie te gebruiken om de lokale jeugdbeweging financieel te steunen. Het is wel mogelijk om individuele kosten in te dienen als de ouders OCMW-cliënt zijn. Als ze nog geen cliënt zijn, kan er een dossier samengesteld worden in functie van de inkomsten van de ouders.

Kan een bon voor de kapper of voor een schoonheidssalon ingediend worden voor een tussenkomst voor sociaal-culturele participatie?

Neen, maar de klant kan naar een kappersschool gaan om zijn haar te laten knippen. Voor bepaalde klanten kan het een stimulans zijn voor hun uiterlijk. Wat zij betalen, kan met de subsidie terugbetaald worden.

Als de gerecycleerde computer meer dan 100 euro kost, kan het OCMW dat bedrag dan aanvullen met de bedragen voorzien bij artikel 2, 1° tot 4° van het KB cultuur 2009 (zijnde de andere maatregelen voor sociale en culturele ontplooiing)?

Nee. Dat is niet toegelaten. De rest moet gefinancierd worden door de begunstigde of eventueel door andere vormen van OCMW-bijstand.

Kan iemand die reeds een computer bezit, een aanvraag indienen voor een printer in het kader van de maatregel beoogd bij artikel 2, 5° van het KB cultuur 2009?

Nee. De subsidie is enkel bestemd voor de aankoop van gerecycleerde computers en niet voor bijkomend materiaal zoals een printer of een scanner. Alle informatica-aankopen moeten geklasseerd worden onder de activiteit bedoeld bij artikel 2, 5° van het KB cultuur 2009.

up

14. Wettelijke basis

a: Wetten

KB van 23 augustus 2004 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (B.S. 26.08.2004).

KB van 1 juni 2005 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (B.S. 08.06.2005).

KB van 1 mei 2006 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW’s voor de periode 2006-2007 (M.B. 02.05.2006) (Inforum nr. 184550).

KB van 24 januari 2007 tot wijziging van het KB van 1 mei 2006 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 2006-2007 (B.S. 06.02.2007) (Inforum nr. 216585).

KB van 27 april 2007 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor de periode 2007-2008 (B.S. 08.05.2007) (Inforum nr. 184553).

KB van 30 augustus 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 2008-2009 (B.S. 05.11.2008) (Inforum nr. 184550).

KB van 10 september 2009 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 2009 (B.S. 07.10.2009) (Inforum nr. 184550).

b: Andere

Omzendbrief van 30 september 2004 in verband met sociale en culturele participatie 2004 (Inforum nr. 197341)..

Omzendbrief van 2 mei 2006 betreffende het KB van 1 mei 2006 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 2006-2007 (Inforum nr. 209679).

Omzendbrief van 23 juni 2006 – KB’s van 1 juni 2005 en 1 mei 2006 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW’s voor de periodes 2005-2006 en 2006-2007 (Inforum nr. 211242).

Omzendbrief van 25 januari 2007 betreffende het KB 1 mei 2006 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 2006-2007 - Addendum: uitbreiding van de maatregel "Internet voor iedereen" (Inforum nr. 216972).

Omzendbrief van 10 mei 2007 betreffende het KB van 27 april 2007 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor de periode 2006-2007 (Inforum nr. 219212).

Omzendbrief van 11 mei 2007 - Digitale kloof, gerecycleerde computers, en kanalen voor herprogrammering (Inforum nr. 219212).

Omzendbrief van 23 oktober 2007 - Gerecycleerde computers - art. 4 van het KB 27 april 2007 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor de periode 2007-2008 (Inforum nr. 223748).

Omzendbrief van 24 april 2008 – Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Inforum nr. 229344).

Omzendbrief van 30 juni 2008 - Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Inforum nr. 230034).

Omzendbrief van 5 november 2008 – Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Omzendbrief van 14 januari 2009 betreffende het uniek verslag (Inforum nr. 234525).

Omzendbrief van 9 september 2009 – Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode van 1 mei 2009 tot 31 december 2009.

Omzendbrief van 28 januari 2010 betreffende het uniek verslag (Inforum nr. 244363).

up

15. Voetnoten

(1) Zo heeft artikel 215 van de wet houdende diverse bepalingen van 25 april 2007 het artikel 57, § 1, 2e lid, van de OW aangevuld (B.S. 8.05.2007) (Inforum nr. 217728).

(2) KB van 8 april 2003 houdende toekenning van een subsidie van 6.200.000 euro aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn teneinde de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen (B.S. 22.04.2003).

(3) KB cultuur 2004.

(4) KB cultuur 2005.

(5) KB cultuur 2006.

(6) KB cultuur 2007/2.

(7) KB cultuur 2008.

(8) KB cultuur 2009.

(9) KB cultuur 2007/2.

(10) KB cultuur 2008.

(11) KB cultuur 2009.

(12) Artikel 1 van het KB cultuur 2009.

(13) Artikel 2, 3e lid, van het KB cultuur 2009.

(14) Artikel 2 van het KB cultuur 2009.

(15) Artikel 2, lid 2, 1° van het KB cultuur 2009.

(16) Artikel 2, 2° van het KB cultuur 2009.

(17) Artikel 2, 3° van het KB cultuur 2009.

(18) Artikel 2, 4° van het KB cultuur 2009.

(19) Artikel 2, 5° van het KB cultuur 2009.

(20) Artikel 2, lid 2, 1° en 2° van het KB cultuur 2009.

(21) Artikel 2, lid 2, 3° en 4° van het KB cultuur 2009.

(22) Artikel 1 van het KB cultuur 2009.

(23) Artikel 1, 1° van de wet van 1965.

(24) De hoofdverblijfplaats is de plaats waar een gezin of een individuele persoon gewoonlijk verblijft (waar men voor het grootste deel van het jaar verblijft). De hoofdverblijfplaats wordt bepaald op basis van een feitelijke situatie.

(25) KB bevoegdheidsconflicten.

(26) Artikel 58, §3 OW; artikel 18, §4 wet RMI; KB bevoegdheidsconflicten.

(27) De werkdagen zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag, behalve bij feestdagen. Zaterdag en zondag worden niet beschouwd als werkdagen in België, aangezien de meeste diensten gesloten zijn.

(28) Artikel 5 van het KB cultuur 2009.

(29) Omzendbrieven uniek verslag.

(30) Artikel 7 § 1 van het KB cultuur 2009.

(31) Artikel 7 § 1 van het KB cultuur 2009.

(32) Artikel 7 §3 van het KB cultuur 2009.

(33) Artikel 7 § 2 van het KB cultuur 2009.

(34) Artikel 8, § 1, 3e lid van het KB cultuur 2009.

(35) Artikel 8, § 1 KB cultuur 2009 en omzendbrieven uniek verslag.

(36) Omzendbrieven uniek verslag en artikel 8, § 2 van het KB cultuur 2009.

(37) Omzendbrieven uniek verslag.

(38) Artikel 8, § 1, 2e lid, van het KB cultuur 2009.

(39) Artikel 8, § 1, 3e lid, van het KB cultuur 2009.

(40) Artikel 6 §1 van het KB cultuur 2009..

(41) Artikel 6 §1 van het KB cultuur 2009.

(42) Omzendbrieven uniek verslag.

(43) Artikel 6 §2 van het KB cultuur 2009.

(44) Artikel 6 §3 van het KB cultuur 2009.

(45) Artikel 6 §4 van het KB cultuur 2009.

(46) Artikel 6 §5 van het KB cultuur 2009.

(47) Omzendbrieven uniek verslag.

(48) Artikel 8 §1, lid 2 van het KB cultuur 2009.

(49) Artikel 2, lid 2, 5° en artikel 4 §1 van het KB cultuur 2006.

(50) KB cultuur 2007/1.

(51) KB cultuur 2008.

(52) KB cultuur 2009.

(53) Artikel 2, al. 3 van het KB cultuur 2009.

(54) Artikel 7, § 1, 3e lid, van het KB cultuur 2009.

(55) Artikel 8, §1 van het KB cultuur 2009 en omzendbrieven uniek verslag.

(56) Omzendbrieven uniek verslag.

(57) Artikel 8, § 1, 2e lid, van het KB cultuur 2009.

(58) Artikel 7, § 1, 3e lid, van het KB cultuur 2009.

(59) Artikel 5, lid 1 van het KB cultuur 2009.

 

up

16. Andere nuttige links

up

17. Andere nuttige fiches in verband met het onderwerp

 

- Rapport betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de OCMW’s om de sociale, culturele en sportieve participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen (januari 2008)

- Culturele, sportieve en sociale participatie: praktijkgids in het kader van de subsidie aan de OCMW’s om de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen